De beoordeling van de docenten van de Klassieke Academie voor Beeldende Kunst te Groningen van mijn eindexamen project.
“Als persoon en als beeldend kunstenaar is Harrie Medema op zoek naar inspirerende verhalen. Een van die verhalen gaat over Maria Magdalena, icoon in christelijke kring en ver daarbuiten. Zijn fascinatie voor haar dateert al vanaf zijn tienerjaren.
Hij heeft ervoor gekozen om zich te concentreren op het fenomeen van de Maria Magdalene Laundries. Deze Laundries (wasserijen) zijn opgericht door de Katholieke kerk. Ze werden geleid door nonnen, bedoeld om vrouwen op te vangen die in moeilijkheden waren gekomen.
De wasserijen bleken echter oorden te zijn met een schaduwkant. De vrouwen leidden in veel gevallen een hard bestaan als wasvrouwen, verstoken van liefde en bestaansrecht. Het gaat over verlating, over het gedwongen afstaan van kinderen (adoptie), over verscheurde families en over vergeten worden. De wasserijen zijn verleden tijd , de trauma’s hierover niet. Tot op de dag van vandaag vechten vrouwen voor genoegdoening over wat hen in de wasserijen is aangedaan.
Aandacht voor onrecht, voor medemenselijkheid, het zijn grote thema’s die Harrie bezighouden in zijn dagelijks werk en ook in zijn kunst. De schilderijen over de Laundries zijn veelal in tonale kleuren opgezet, zo accentueert hij de grauwheid van het bestaan daar. De getoonde vrouwen zijn summier uitgewerkt om op die manier hun leven in de anonimiteit te benadrukken.
Harrie zoekt ook naar mogelijkheden om zijn kunst te verbinden aan andere kunstvormen. Muziek is daar één van. Bij een aantal schilderijen biedt hij de gelegenheid om naar een muziekfragment te luisteren met de bedoeling om het schilderij te versterken.”